Deze morgen stond ik als Comforter alleen,
er waren geen rijders om me heen.
De rit begon met fijne regen,
10 km verder een droge zegen.
Alhoewel sommigen beloven,
maar dan niet afkomen.
Ik durf wedden,
velen lagen nog in hun bedden.
’t Was alleen rijden als een oud petje,
maar dan op ’n klein verzetje.
Later was het zonnig aan de dijk,
afwezigen hadden weer eens ongelijk.
De rit eindigde droog,
en ik vond ’n natje aan een toog.
Roland Mechele
